Afgelopen dinsdag was de TEDxUU over Social Entrepreneurship, georganiseerd door studenten in het kader van het vak Social Entrepreneurship as a challenge, van Peter Linde aan de USBO. Een leuke mix van sprekers waaronder enthousiaste jonge ondernemers, Klaas van Egmond, en ook Staffan Nilsson. Staffan is voorzitter van de European Economic and Social Committee, zeg maar de SER van de Europese Unie. Staffan is een Zweed met een agrarische achtergrond.
Zijn boodschap: Social Business is the DNA for a new economic order.
Voor ons is het interessant en bemoedigend om het Europese enthousiasme waar te nemen, en we voelen ons gesterkt om Sociale Innovatie in initiëren. Staffan zei onder meer:
- Keep the definition broad. Wij zoeken ook naar de essentie, het ideaal, en de grenzen van Social Enterprise. Het onderliggende gevoel vertalen in kenmerken en criteria
- Create e Social Enterprise label; een soort keurmerk, maar dan moet je wel de definitie strak hebben
- SE’s need tools to succeed; iets waar wij nadrukkelijk aan willen werken
- Create a Silicon Valley for Social Business; een mooie gedachte want groeperen kan de bedrijven en de sector versterken, via uitwisseling en vindbaarheid en omdat het talent aantrekt. Een buz creëren !
Allemaal thema’s die ons bezig houden.
Maar wat bedoelt Staffan met “the new DNA” ? Hij is er niet erg duidelijk over. Ook de EU is nog zoekende in deze. Eén aspect van Social Enterprise komt echter wel heel duidelijk naar voren in dit beeld, en dat is de local community, sociale verbanden, nabijheid, de menselijke maat.
Social Enterprises hebben soms expliciet en soms impliciet de doelstelling om gemeenschappen te versterken. Een impact die ook Henry Mentink van Wheels4All noemt. Als je met elkaar in een groep auto’s gaat delen of energie opwekken (Thermobello) dan werk je impliciet aan sociale verbanden. Mensen kennen elkaar. Sommige SE’s werken expliciet aan localisatie bijvoorbeeld in de voedselketen zoals Willem&Drees, dat je weet waar je voedsel vandaan komt en wie er aan werkt. Dat geeft een ander gevoel dan industriële anonimiteit. Commerciële bedrijven proberen dat ook via reclames, zoals Albert Heijn en Campina, maar iedereen weet toch heus wel dat die leuke mannen helemaal geen winkelmanager of boer zijn, maar acteur.
Mensen zijn niet gelukkig in grote anonieme instituten. Dat geeft excessen zoals in de zorg. Het is niet normaal dat je als demente bejaarde wordt gewassen door iemand die je helemaal niet kent en die daar zeven minuten voor krijgt. Het systeem is zo ingericht dat er geen relatie of emotie kan ontstaan tussen een verzorgde en een verzorgende. Dat is tegen de menselijke natuur. En daar ligt misschien wel een essentie van Social Enterprise. Dat wij ons weer organiseren naar de menselijke natuur, gericht op geluk en welzijn en op niet Euro-minimalisatie, in een menselijke maat. Impact first. Dat vraagt juist een gevoel van ergens bij horen, van met elkaar zijn, elkaar kunnen aanspreken op gedrag en voor elkaar zorgen.
Dan ben je bezig het veranderen van “the fabric of society”. Fabric is stof zoals in textiel, dus hoe de draadjes langs en over elkaar lopen.
De mensheid is de afgelopen 10.000 jaar gegroeid naar ruim 7 miljard die voornamelijk in grote steden wonen en met enorme technologische mogelijkheden. Maar onze eigen evolutie gaat zo snel niet. De wetenschap heeft de afgelopen decennia veel kennis opgedaan over de menselijke natuur, via hersenonderzoek (Dick Schwab) en via waarnemening van Chimps en Bonobo’s waar we heel dicht bij staan (Frans de Waal). Veel daarvan is intuitief ook wel duidelijk overigens. Misschien is Social Enterprise dat uitvinden hoe we ons in deze tijd organiseren naar onze natuur en naar wat ons gelukkig maakt. Dus een natuurlijke economie. Dat heeft wel iets van DNA.
Mark Hillen